Voorbeeld testament gehuwd met kinderen
Hieronder staat een voorbeeld van het testament voor gehuwden met kinderen.
Direct na uw boeking ontvangt u uw testament in concept (zonder copyright tekst). Daarna kunt u deze rustig doorlezen en controleren. De tekst van dit model is gebaseerd op de in het notariaat gebruikte modellen behorende bij deze leefsituatie en keuzes.
Heeft u vragen over de inhoud, gewenste wijzigingen of wilt u een tekst volledig kunnen lezen voordat u boekt, mailt u dan gerust info@nunotariaat.nl.
>> Twee testamenten voor gehuwden met kinderen (met opvullegaat en AWBZ-clausule) kosten via NuNotariaat slechts 449 euro, geen bijkomende kosten, inclusief tekenen bij 1 van de ruim 50 aangesloten notariskantoren. Ga naar online testament.
Het testament
Op, [ ], verscheen voor mij, mr. [ ], notaris te [ ]: de heer/mevrouw [Voornaam Achternaam], geboren op [ ] te [Geboorteplaats], met nummer paspoort: [nummer].
De verschenen persoon verklaarde de volgende uiterste wilsbeschikkingen te maken:
1. HERROEPING
Ik herroep alle eerder door mij gemaakte uiterste wilsbeschikkingen, waaronder hetgeen ik bij een eventueel eerder codicil, daaronder niet begrepen een donorcodicil, heb bepaald.
2. RECHTSKEUZE
Ik kies als het recht dat van toepassing is op de vererving van mijn gehele nalatenschap en de afwikkeling daarvan het recht van de staat van mijn huidige nationaliteit, dit is het Nederlandse recht. Onder vererving en afwikkeling wordt in elk geval begrepen hetgeen is vermeld in artikel 23 Europese Erfrechtverordening.
3. ERFSTELLING
1. Ik benoem mijn partner en mijn kinderen tot mijn enige erfgenamen samen en voor gelijke delen, met toepassing van plaatsvervulling.
2. Wettelijke verdeling
Op mijn nalatenschap is de wettelijke verdeling als bedoeld in afdeling 4.3.1 Burgerlijk Wetboek van toepassing, met dien verstande dat hierbij voor wat betreft de waardering, de rente, de opeisbaarheid en de aflosbaarheid (behoudens het bepaalde in artikel 4:17 lid 2 en 3 Burgerlijk Wetboek) steeds zal gelden hetgeen is bepaald onder ‘Geldvorderingen’ en voor wat betreft de wilsrechten het volgende: Ik hef alle verplichtingen tot overdracht van goederen, bedoeld in de artikelen 4:19 tot en met 22 Burgerlijk Wetboek, op.
3. Geldvorderingen
Met betrekking tot de aan mijn (overige) erfgenamen krachtens erfrecht toekomende geldvorderingen op mijn partner zal voor wat betreft de waardering, de rente, de opeisbaarheid en de aflossing steeds het volgende gelden:
- De waarde van de tot mijn nalatenschap behorende goederen en schulden zal worden vastgesteld door mijn erfgenamen in onderling overleg, of – bij gebreke daarvan – door een deskundige [NuTestamentCopyright NuTestamentCopyright NuTestamentCopyright NuTestamentCopyright NuTestamentCopyright NuTestamentCopyright NuTestamentCopyright NuTestamentCopyright].
- Over de geldvorderingen [NuTestamentCopyright NuTestamentCopyright NuTestamentCopyright NuTestamentCopyright NuTestamentCopyright NuTestamentCopyright NuTestamentCopyright NuTestamentCopyright].
- Als de vaststelling van de door mijn partner over de geldvorderingen verschuldigde rente niet binnen de aangiftetermijn voor de erfbelasting plaatsvindt, of als mocht blijken dat een binnen de aangiftetermijn voor de erfbelasting gesloten overeenkomst tot [NuTestamentCopyright NuTestamentCopyright NuTestamentCopyright NuTestamentCopyright NuTestamentCopyright NuTestamentCopyright NuTestamentCopyright NuTestamentCopyright] inhoudende dat rentewijziging leidt tot een wijziging van de erfrechtelijke verkrijging, niet van toepassing is op een dergelijke rente-overeenkomst, dan bepaal ik het volgende:
- over de verschuldigde bedragen is, vanaf de dag van mijn overlijden tot die van de voldoening van het verschuldigde, jaarlijks een samengestelde rente verschuldigd, gelijk aan het ten tijde van mijn overlijden in (het bij) de Successiewet (behorende Uitvoeringsbesluit) opgenomen rentepercentage;
- aan mijn partner legateer ik het vruchtgebruik van iedere afzonderlijke geldvordering of van een zodanig gedeelte daarvan als mijn partner verkiest, zodat over (het gedeelte van) de geldvordering (waarvan de schuldenaar het vruchtgebruik heeft) per saldo geen oprenting zal plaatsvinden, hetgeen ook de functie is van dit vruchtgebruiklegaat;
- het vruchtgebruik vervalt op het moment dat de geldvorderingen opeisbaar worden.
4. De geldvorderingen (waaronder – voor zover niet anders bepaald – mede wordt begrepen de eventueel verschuldigde rente) zijn eerst opeisbaar bij overlijden van mijn partner. De geldvorderingen zijn echter onmiddellijk en zonder enige ingebrekestelling opeisbaar als:
- mijn partner in staat van faillissement is of wordt verklaard;
- aan mijn partner in surseance van betaling is of wordt verleend of ten aanzien van mijn partner de schuldsaneringsregeling natuurlijke personen van toepassing is of wordt verklaard;
- mijn partner (her)trouwt of een geregistreerd partnerschap aangaat zonder het maken en handhaven van huwelijks-/partnerschapsvoorwaarden, inhoudende de uitsluiting van elke gemeenschap van goederen en uitsluiting van verrekenbedingen, met uitzondering van een verrekenbeding ten aanzien van onverteerde inkomsten waarbij de toepasselijkheid van artikel 1:141 lid 3 Burgerlijk Wetboek is uitgesloten;
- als en voor zover een uitkering van de vordering voorkomt dat een inkomens- of vermogenstoets in de weg staat aan uitkeringen of voorzieningen van overheidswege. Hiervan is in elk geval ook sprake als door uitbetaling van de geldvorderingen [NuTestamentCopyright NuTestamentCopyright NuTestamentCopyright NuTestamentCopyright NuTestamentCopyright NuTestamentCopyright NuTestamentCopyright NuTestamentCopyright] zullen zijn als en voor zover dit leidt tot een verdere verlaging van de eigen bijdrage dan wel tot een verdere verhoging van de uitkering.
5. Mijn partner kan de geldvorderingen en de eventueel verschuldigde rente te allen tijde geheel of gedeeltelijk voldoen. Een betaling wordt in de eerste plaats in mindering gebracht op de rente, vervolgens op de hoofdsom, tenzij mijn partner en de desbetreffende erfgenaam samen anders hebben bepaald.
6. Subsidiaire erfstelling (vijftig/vijftig-regeling)
Voor het geval de hiervoor omschreven erfstelling(en) – en de plaatsvervulling en de aanwas – geen effect sorteert (sorteren), benoem ik tot mijn erfgenamen:
- voor de helft van mijn nalatenschap mijn erfgenamen volgens de wet, voor de delen als in de wet aangegeven; en
- voor de wederhelft van mijn nalatenschap diegenen, die de erfgenamen volgens de wet van mijn partner zouden zijn, als hij of zij tegelijk met mij zou zijn overleden, voor de delen als in de wet aangegeven.
4. OPVULLEGAAT
1. Ik legateer aan mijn partner een bedrag in contanten, zodanig berekend dat dit legaat samen met de overige (fictieve) erfrechtelijke verkrijgingen van mijn partner uit mijn nalatenschap niet meer bedraagt dan hetgeen van heffing van erfbelasting, al dan niet op verzoek, is vrijgesteld. [NuTestamentCopyright NuTestamentCopyright NuTestamentCopyright NuTestamentCopyright NuTestamentCopyright NuTestamentCopyright NuTestamentCopyright NuTestamentCopyright]
2. Dit legaat komt ten laste van mijn erfgenamen (als bedoeld in de clausule "Erfstelling"), zulks naar evenredigheid van ieders erfdeel.
3. Als één van mijn erfgenamen (als bedoeld in de clausule "Erfstelling") een of meer niet-opeisbare geldvorderingen, al dan niet krachtens erfrecht, op mijn partner heeft, zal het gelegateerde bedrag op verzoek van die erfgenaam worden verrekend met de geldvordering(en) van die erfgenaam, welke geldvordering(en) derhalve opeisbaar zal/zullen zijn voor een zodanig gedeelte als nodig is om het ten laste van die [NuTestamentCopyright NuTestamentCopyright NuTestamentCopyright NuTestamentCopyright NuTestamentCopyright NuTestamentCopyright NuTestamentCopyright NuTestamentCopyright] verrekenen. Mijn partner is bevoegd te bepalen met welke geldvordering(en) het gelegateerde bedrag wordt verrekend.
4. Als de waarde van het door een erfgenaam verkregene (als bedoeld in de clausule "Erfstelling") met de te zijnen laste komende schulden, legaten en testamentaire lasten en rekening houdend met zijn of haar eventuele verplichting tot inbreng van giften, negatief is, zal het hiervoor aan mijn partner gemaakte legaat zodanig worden[NuTestamentCopyright NuTestamentCopyright NuTestamentCopyright NuTestamentCopyright NuTestamentCopyright NuTestamentCopyright NuTestamentCopyright NuTestamentCopyright] verkregene (als bedoeld in de clausule "Erfstelling") nihil bedraagt. De vermindering van het gelegateerde bedrag geldt ook (naar evenredigheid van het verkregene) voor de (overige) erfgenamen.
5. Ingeval van onzekerheid of geschil omtrent de wijze of uitkomst van voormelde berekeningen zal ter zake een beslissing genomen worden door mijn partner.
5. UITSLUITINGSCLAUSULE
1. Ik bepaal dat hetgeen uit mijn nalatenschap wordt verkregen en de opbrengsten daarvan - en hetgeen daarvoor door zaaksvervanging overeenkomstig artikel 1:95 lid 1 Burgerlijk Wetboek in de plaats treedt - niet zullen vallen in enige vermogensrechtelijke gemeenschap waarin de verkrijger gerechtigd mocht zijn of worden, en niet betrokken zal worden in enige verrekening op grond van de door de verkrijger gemaakte of te maken huwelijkse voorwaarden of samenlevingscontract tussen echtgenoten of partners.
2. De uitsluitingsclausule geldt evenwel niet voor het gedeelte van de erfrechtelijke verkrijging (en de opbrengsten daarvan) dat wordt verteerd gedurende de periode dat de betreffende verkrijger gehuwd of partner is, tenzij uit een regeling tussen de verkrijger en diens partner het tegendeel voortvloeit.
6. BEROEP OP LEGITIEME
1. Als een afstammeling een beroep doet op zijn of haar legitieme portie, komt de erfstelling ten behoeve van die afstammeling te vervallen.
2. Ik bepaal voorts dat de legitimaris zijn of haar vordering uitsluitend geldend zal kunnen maken jegens mijn partner, zodat inkorting als eerste zal geschieden op hetgeen mijn partner uit mijn nalatenschap zal verkrijgen, danwel op hetgeen mijn partner zal verkrijgen op grond een handeling als bedoeld in artikel 4:126 Burgerlijk Wetboek.
3. Ten behoeve van mijn partner bepaal ik dat ten laste van mijn partner komende vorderingen terzake van de legitieme portie (zoals in het vorige lid beschreven) eerst opeisbaar zijn na het overlijden van mijn partner.
7. INBRENG GIFTEN
Mijn erfgenamen zijn verplicht tot inbreng van alle door mij aan hen gedane giften, tenzij en voor zover ter gelegenheid van enige gift uitdrukkelijk anders is bepaald.
8. EXECUTEURSBENOEMING
1. Ik benoem mijn partner tot verzorger van mijn begrafenis of crematie en tot (beheers)executeur in de zin van Afdeling 4.5.6. Burgerlijk Wetboek, en bepaal dat de executeur in het kader van de tot zijn of haar taak behorende voldoening van de schulden van de nalatenschap bevoegd is om zonder overleg of toestemming als bedoeld in artikel 4:147 Burgerlijk Wetboek goederen te gelde te maken. De executeur is bevoegd om een andere executeur aan zich toe te voegen of in zijn of haar plaats te stellen, en als een executeur komt te ontbreken is de kantonrechter bevoegd om op verzoek van een belanghebbende een vervanger te benoemen.
2. Voor het geval mijn partner deze executeursbenoeming niet kan of wil aanvaarden benoem ik in plaats van mijn partner, eventueel bij opvolging, met geheel gelijke bevoegdheden: [ ].
9. VOORWAARDE VOOR VERKRIJGING DOOR PARTNER
1. Alle beschikkingen ten behoeve van mijn partner, de eventuele benoeming tot executeur daaronder uitdrukkelijk begrepen, zijn gemaakt onder de voorwaarde dat ons huwelijk (of eventueel geregistreerd partnerschap) door mijn of zijn of haar overlijden is geëindigd, zonder dat ten tijde van het overlijden sprake is (was) van scheiding van tafel en bed of van een niet-geroyeerde procedure of een overeenkomst om te geraken [NuTestamentCopyright NuTestamentCopyright NuTestamentCopyright NuTestamentCopyright NuTestamentCopyright NuTestamentCopyright NuTestamentCopyright NuTestamentCopyright] geen bloedverwanten van mij zijn, alsmede alle bij deze uiterste wil gedane benoemingen van mijn partner en zijn of haar vooromschreven bloedverwanten, vervallen eveneens als niet aan voornoemde voorwaarde is voldaan.
2. Als aan bedoelde voorwaarde niet is voldaan sluit ik mijn partner, voor zover nodig, uit als (versterf) erfgenaam van mijn nalatenschap.
10. VOOGDIJBENOEMING
1. Als ik tegelijkertijd met of na mijn partner overlijd met achterlating van minderjarige kinderen, benoem ik tot voogd: [ ] en voor het geval hij of zij die benoeming niet kan of wil aanvaarden, benoem ik in zijn of haar plaats, eventueel bij opvolging: [ ].
2. Ten aanzien van voormelde voogdij geef ik uitdrukkelijk te kennen dat het mijn wens is:
- dat mijn minderjarige kinderen samen worden opgenomen en opgevoed in één gezin;
- dat de maatstaven, [NuTestamentCopyright NuTestamentCopyright NuTestamentCopyright NuTestamentCopyright NuTestamentCopyright NuTestamentCopyright NuTestamentCopyright NuTestamentCopyright]
11. BEWIND
1. Ik stel al hetgeen door mijn kinderen - hierna ieder aangeduid als "rechthebbende" uit mijn nalatenschap of anderszins ter zake of ten gevolge van mijn overlijden wordt verkregen, en hetgeen door zaaksvervanging overeenkomstig artikel 1:95 lid 1 van het Burgerlijk Wetboek daarvoor in de plaats treedt en de opbrengsten daarvan, onder bewind, een en ander onder de volgende bepalingen:
- Strekking van het bewind. Ik stel dit bewind mede in om de reden dat ik de rechthebbende nog niet in staat acht om zelfstandig in het beheer van het verkregene te voorzien. Het bewind is ingesteld in het belang van de rechthebbende.
- Aanvang en einde van het bewind; voorrang van het bewind gedurende de minderjarigheid. Het bewind neemt een aanvang op de dag van mijn overlijden. Het bewind eindigt zodra de rechthebbende de leeftijd van [ ] jaar heeft bereikt. Het bewind zal ook na het bereiken van de hiervoor vermelde leeftijd voortduren als de rechthebbende op dat moment toepassing van de schuldsaneringsregeling natuurlijke personen of surseance van betaling heeft aangevraagd, dan wel in staat van faillissement verkeert. Doet één van deze omstandigheden zich voor dan zal het bewind eerst eindigen als de schuldsaneringsregeling of surseance van betaling eindigt, of de aanvraag wordt afgewezen, en de rechthebbende niet binnen één maand daarna failliet wordt verklaard respectievelijk als het faillissement eindigt door homologatie van een akkoord waarmee de bewindvoerder heeft ingestemd.
- [NuTestamentCopyright NuTestamentCopyright NuTestamentCopyright NuTestamentCopyright NuTestamentCopyright NuTestamentCopyright NuTestamentCopyright NuTestamentCopyright]De bewindvoerder is niet aansprakelijk voor vermindering van de waarde van de aan het bewind onderworpen goederen, tenzij mocht blijken dat hij of zij niet te goeder trouw heeft gehandeld of anderszins is tekort geschoten in de zorg van een goed bewindvoerder.
- / [in verband met copyright zijn clausules 4-8 weggelaten]
- / [in verband met copyright zijn clausules 4-8 weggelaten]
- / [in verband met copyright zijn clausules 4-8 weggelaten]
- / [in verband met copyright zijn clausules 4-8 weggelaten]
- / [in verband met copyright zijn clausules 4-8 weggelaten]
- Rekening en verantwoording. De bewindvoerder dient aan de rechthebbende rekening en verantwoording af te leggen op het moment dat deze de leeftijd van achttien (18) jaar bereikt en vervolgens jaarlijks, steeds uiterlijk op de eerste juli van elk jaar over het daaraan voorafgaande kalenderjaar. De bewindvoerder is voorts te allen tijde verplicht om op eerste daartoe strekkend verzoek van en aan degene aan wie hij of zij rekening en verantwoording moet afleggen, aan te tonen dat de onder bewind gestelde goederen, of de goederen welke daarvoor in de plaats zijn getreden, nog aanwezig zijn. Aan het einde van het bewind maakt de bewindvoerder een finale rekening en verantwoording op.
- Beslag. Het onder bewind gestelde vermogen en de revenuen daarvan zijn niet voor inbeslagneming vatbaar.
- Inkomsten/uitkeringen. De bewindvoerder bepaalt of en in welke mate de vruchten (inkomsten) uit het onder bewind gestelde vermogen aan de rechthebbende ter beschikking worden gesteld. De bewindvoerder heeft de bevoegdheid om, als het belang van de rechthebbende dit naar zijn of haar oordeel vordert, aan hem of haar kapitaaluitkeringen te doen. De bewindvoerder is verplicht om op diens verzoek aan de rechthebbende uitkeringen uit inkomsten en/of vermogen te doen om de rechthebbende in staat te stellen om een opleiding/studie te volgen en/of om een woning te verwerven. Bij verschil van inzicht hieromtrent, of over de hoogte van het ter beschikking te stellen bedrag, beslist de kantonrechter.
- Aanwijzing opvolger. De bewindvoerder heeft de bevoegdheid om bij afzonderlijke notariële akte een opvolger met geheel gelijke bevoegdheden te benoemen, voor zover door mij niet in de opvolging is voorzien.
- Defungeren. De bewindvoerder zal defungeren door zijn of haar overlijden en wanneer hij of zij: - failliet gaat, surseance van betaling of faillissement aanvraagt of onder de schuldsaneringsregeling natuurlijke personen komt te vallen, dan wel wanneer op goederen die wat betreft de waarde meer dan de helft van (het saldo van) zijn of haar vermogen uitmaken executoriaal beslag wordt gelegd; - onder curatele wordt gesteld of anderszins het vrije beheer over zijn of haar gehele vermogen verliest;- gedurende meer dan twee (2) maanden zijn of haar wil niet kan verklaren;- door de kantonrechter wordt ontslagen. Als de bewindvoerder defungeert zonder dat door mij in de opvolging is voorzien dan zal een nieuwe bewindvoerder met gelijke bevoegdheden worden benoemd door de kantonrechter van de woonplaats van de rechthebbende.
- Bedanken. De bewindvoerder heeft de bevoegdheid om te bedanken, mits hij of zij overeenkomstig het onder 12. bepaalde een opvolger heeft benoemd als door mij niet in de opvolging is voorzien.
- Opheffen bewind. [NuTestamentCopyright NuTestamentCopyright NuTestamentCopyright NuTestamentCopyright NuTestamentCopyright NuTestamentCopyright NuTestamentCopyright NuTestamentCopyright].
- Onvoorziene omstandigheden; geschillen. De kantonrechter van de woonplaats van de rechthebbende kan op verzoek van de bewindvoerder of van de rechthebbende, al dan niet onder door hem te stellen voorwaarden, de regels omtrent het voeren van het bewind wijzigen op grond van onvoorziene omstandigheden. Geschillen welke mochten rijzen naar aanleiding van deze onderbewindstelling zullen eveneens, in eerste en hoogste instantie, door bedoelde kantonrechter worden beslist.
- Dezelfde bewindvoerder. Ofschoon het een afzonderlijk bewind voor ieder van de rechthebbenden betreft, zal voor elk bewind steeds dezelfde bewindvoerder optreden.
2. Tot bewindvoerder benoem ik mijn partner, danwel voor het geval hij of zij deze functie niet kan of wil aanvaarden, [ ].
3. Als een legitimaris met toepassing van artikel 4:75 lid 2 Burgerlijk Wetboek de onder 1. opgegeven grond voor de onderbewindstelling betwist, bepaal ik uitdrukkelijk dat de verkrijging [NuTestamentCopyright NuTestamentCopyright NuTestamentCopyright NuTestamentCopyright NuTestamentCopyright NuTestamentCopyright NuTestamentCopyright NuTestamentCopyright] de legitimaris zal toekomen aan mijn overige erfgenamen, naar rato van hun erfdelen.
SLOT
De verschenen persoon is mij, notaris, bekend en de wettelijk voorgeschreven identificatie heeft plaatsgevonden. Waarvan akte is verleden te [plaats invullen door notaris] op de datum in het hoofd van deze akte vermeld. Nadat de zakelijke inhoud van deze akte aan de verschenen persoon is opgegeven en toegelicht, heeft deze verklaard tijdig van de inhoud van de akte te hebben kennisgenomen, de strekking en de gevolgen daarvan te hebben begrepen, daarmee in te stemmen en op volledige voorlezing geen prijs te stellen. Daarna is deze akte onmiddellijk na beperkte voorlezing door de verschenen persoon en mij, notaris, getekend om [tijdstip invullen door notaris]